De zak van Sinterklaas
Zie de maan schijnt door de bomen
Katern VII pagina 4
Daar wordt aan de deur geklopt
De zak van Sinterklaas, Sinterklaas, Sinterklaas.
De zak van Sinterklaas, o jongens, jongens, 't is zo'n baas.
Daar stopt hij, daar stopt hij, daar stopt hij blij van zin,
de hele, de hele, de hele wereld in.
De zak van Sinterklaas, Sinterklaas, Sinterklaas
De zak van Sinterklaas, o jongens, jongens, 't is zo'n baas.
Hij is voor groot en klein, groot en klein, groot en klein.
Hij is voor groot en klein, voorzien, voorzien van marsepein
en bergen en bergen en bergen suikergoed,
zo lekker, zo lekker, zo lekker en zo zoet.
Hij is voor groot en klein, groot en klein, groot en klein.
Hij is voor groot en klein, voorzien, voorzien van marsepein.
Maar onder in die zak, in die zak, in die zak.
Maar onder in die zak, daar ligt een hele grote plak,
voor 't luie, voor 't stoute, voor 't ongehoorzaam kind.
Zeg past die, zeg past die, zeg past die jou ook, vrind?
Maar onder in die zak, in die zak, in die zak.
Maar onder in die zak, daar ligt een hele grote plak.