In de hemel is geen bier
De herder
Katern III pagina 69
Was ik maar bij moeder thuis gebleven
De stad is ‘s zaterdagavonds alleen nog maar van mij,
en kost ’t wat kost die avond, maak ik me helemaal vrij,
ik zak in m’n buurtcafeetje eens lekker door de mand,
en ik denk als ik aan de toonbank zit: “Wat een gezegend land!”.
Nou zegt het spreekwoord: “Alle zegen komt van boven”,
maar dat kan ik door al die regen niet geloven.
Refrein:
Want in de hemel is geen bier
en daarom drinken wij het hier.
Ik ga vandaag geen eten koken,
zet de tapkraan maar vast open.
In de hemel is geen bier
en nou verder geen geklier,
mondje open lekker dier,
in de hemel is geen bier
en daarom drinken wij het hier.
Het Rotterdamse water, dat smaakt nog altijd slap,
Ik lust niet zo graag koffie, ik ben niet zo gek op pap,
maar als ik zo eens mopper, dan fluistert mijn verstand:
“Neem maar gauw een pilsje”, wat een gezegend land!
Nou zegt het spreekwoord: “Alle zegen komt van boven”,
maar dat kan ik door al die regen niet geloven.
Refrein (2x)